
Ik ben Rhodé. Ik ben veel, maar soms wil ik even helemaal niets. Ik proef als versgezette kruidenthee, net uit de tuin geplukt.
Wat ik nog niet laat zien is hoe vreselijk bang ik soms ben. Ik verlang er naar om in vertrouwen te durven instorten, wetend dat jij mij opvangt.
5 april, Leiden, geboren in het ziekenhuis, het krokusveldje bij de benzinepomp volop in bloei.
Rhodeleetje, Klaproos, Lieffie, Rhorho, Roosje, Tante Dee, Gelaagd, Echt, Invoelend, Hilarisch, Zorgend en Bezorgd. Gisteren was ik hongerig, nog niet wie ik vandaag ben. Morgen ben ik voldaan, morgen ben ik mij, Ik ben Rhodé.
Deze tekst komt voort uit het schrijfproces tijdens De Schrijfgragen